Gepubliceerd op 01-09-2018

Beenbreuk

betekenis & definitie

BEENBREUK, v. (-en), (heelk.) breking van het been; men onderscheidt onvolkomen en volkomen beenbreuk, enkelvoudige en meervoudige (wanneer het been op meer dan eene plaats gebroken is); is het been verbrijzeld, dan noemt men de beenbreuk eene splinterbreuk.

< >