Gepubliceerd op 01-09-2018

Bastaarduitgang

betekenis & definitie

BASTAARDUITGANG, m. (-en), een vooral in andere talen gebruikelijk achtervoegsel achter Nederlandsche woorden: -went -teit, -age, -ier, -eelen, -eer en in dreigement, flauwiteit, tuigage, tuinier, houweel, waardeeren, voeteeren zijn bastaarduitgangen.

< >