Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSOPPEN

betekenis & definitie

(sopte af, heeft afgesopt), (dunne vloeibare spijzen, als vla, saus, vleeschnat enz. die zich op een schotel, bord enz. bevinden) ervan wegnemen door ze te laten trekken in een stuk brood of beschuit dat men erin doopt en daarna opeet: saus van een bord, vla van een schaaltje, vleeschnat van een schotel afsoppen, ook schotels, borden enz. afsoppen, de dunne vloeibare spijs die zich daarop bevindt, wegnemen door te soppen. AFSOPPING, v.

< >