AFKLAREN, (klaarde af, heeft en is afgeklaard), (vochten) door afgieting zuiveren, klaren: siroop, suiker afklaren, het schuim ervan verwijderen;
— klaar, helder worden: de wijn is nog niet afgeklaard;
— (gew.) de lucht klaart af, opklaren door het wegtrekken der dampen. AFKLARING, v.