Gepubliceerd op 30-08-2018

Afkauwen

betekenis & definitie

AFKAUWEN, (kauwde af, heeft afgekauwd), iets door kauwen van de buitenste deelen ontdoen, er zoo lang aan kauwen, dat men er een gedeelte van wegkauwt;

— (gew.) afbrokkelen, aan pappige stukken uiteenvallen : die slechte kurken kauwen heelemaal af.

< >