ACHTBAAR, bn. (-der, -st), (van personen en zaken) achting, eerbied wekkende; deftig, eerbiedwaardig;
— eeretitel voor overheidspersonen en aanzienlijke lichamen : achtbare meester, in de maçonnerie; vgl. edelachtbaar, grootedelachibaar, hoogedelachtbaar.
ACHTBAARHEID, v. (...heden).