Gepubliceerd op 30-08-2018

Aanzijn

betekenis & definitie

AANZIJN, o. aanwezen;

tegenwoordigheid;
— het aanzijn geven (aan iem. of iets), in het leven roepen;
— het aanzijn verschuldigd zijn, te danken hebben, ontleenen enz., in het leven geroepen zijn door;
— (dicht.) in het aanzijn, tot aanzijn roepen, doen bestaan, scheppen.

< >