Gepubliceerd op 14-11-2017

aanvaren

betekenis & definitie

Aanvaren - (voer aan, heeft en is aangevaren), varend naderen; - op iets aanvaren, varen in de richting van; (veroud.) het doel der vaart bereiken, aankomen, alleen nog in: af- en aanvaren; snel varen; binnenloopen (eene haven); onder het varen stooten tegen iets: een schip aanvaren; aanleggen; onder het varen iem. bezoeken; vervoerbare dingen (inzonderheid bouw- en grondstoffen) varende aanbrengen. AANVARING, v. (-en).

< >