Gepubliceerd op 14-11-2017

aanjagen

betekenis & definitie

Aanjagen - (jaagde, joeg aan, heeft en is aangejaagd), ergens heenjagen; sneller voortdrijven; aansporen: aanzetten; (fig.) iem. schrik, vrees, schaamte aanjagen, verwekken; iem. een blos aanjagen, doen blozen; - vuur aanjagen, feller aanstoken; komen aanjagen, snel naderen; snel rijden; - het vuur jaagt aan, brandt feller.

< >