Aanjagen - (jaagde, joeg aan, heeft en is aangejaagd), ergens heenjagen; sneller voortdrijven; aansporen: aanzetten; (fig.) iem. schrik, vrees, schaamte aanjagen, verwekken; iem. een blos aanjagen, doen blozen; - vuur aanjagen, feller aanstoken; komen aanjagen, snel naderen; snel rijden; - het vuur jaagt aan, brandt feller.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk