Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Zoetigheid

betekenis & definitie

v.,

1. het zoete, eigenschap van zoet te zijn ;
2. aangenaamheid, bevalligheid, liefelijkheid ; — winst, voordeel:
3. (...heden), wat zoet is, zoete lekkernij, snoeperij : kinderen houden doorgaans veel van zoetigheid.; thee met een zoetigheidje.

< >