Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Zacheus

betekenis & definitie

overste der tollenaren in Jericho, in wiens huis Jezus vertoeft, wanneer Hij daar is. Zacheus verlaat dan zijn betrekking, geeft de helft van zijn goederen aan de armen en het door bedrog ontvreemde schenkt hij viervoudig terug (Luk. 19:2).

< >