v. (-en),
1. het -wrijven ;
2. (nat.) weerstand die optreedt wanneer een voorwerp bewogen wordt ten opzichte van een ander waarmee het over een groter of kleiner deel van zijn oppervlakte in aanraking is: gladde oppervlakken veroorzaken weinig wrijving; door wrijving tegen de lucht worden meteoren gloeiend; slepende en rollende wrijving, al naarmate een voorwerp langs een ander sleept of rolt; de rollende wrijving bedraagt op spoorwegen 1/1000 van de last; inwendige wrijving, de oorzaak der taaiheid of viscositeit;
3. (fig.) onenigheid, strubbeling.