(woekerde, heeft gewoekerd),
1. woeker bedrijven; — door woeker in zekere toestand brengen: iem. arm woekeren; zich rijk woekeren;
2. (fig.) het uiterste voordeel trekken van —: met zijn talenten woekeren; met zijn tijd woekeren, die zo nuttig mogelijk besteden;
3. gestadig groeien, toenemen ten koste van iets anders: het onkruid woekert daar; het gezwel woekert verder.