Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Wisselaar

betekenis & definitie

m. (...laren, -s),

1. iem. die geld wisselt, bij wie men zijn geld tegen andere soorten kan inruilen: de wisselaars in de tempel (vgl. Matth. 21 : 12); tal van handelaars, icisselaars, kooplui verdrongen zich in de basilieken en portieken van het Forum (Couperus);
2. toestel om te wisselen; platenwisselaar.

< >