Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vrouwtje

betekenis & definitie

o. (-s),

1. kleine vrouw ; indien bep. bedoeld als van kleine gestalte, voegt men er bijna altijd dit bn. bij : een klein, dik vrouwtje ;
2. vrouw, met bep. min of meer vertederde of liefkozende gevoelsnuance gebezigd : hij heeft een lief vrouwtje ; het jonge vrouwtje ; min of meer medelijdend : een oud vrouwtje ; dat arme vrouwtje ; — in het mv. vooral met gedachte aan het sexuele: hij kijkt te veel naar de vrouwtjes; — als aanspreekvorm: wat denk je er van, vrouwtje? vrouwtjelief; — ook gebezigd als liefkozende benaming voor zeer jonge meisjes : neen vrouwtjer dat gaat zo niet;
3. dier van het vrouwelijk geslacht : is het een vrouwtje? de vrouwtjes zijn minder fel gekleurd dan de mannetjes.

< >