(liet voor, heeft voorgelaten),
1. laten voorgaan: waarom zou ik hem voorlaten? ;
2. laten voorkomen, toegang verlenen: hij zocht gehoor bij de vorst, doch men het hem niet voor; — [geen samenst. in ik heb mijnheer voor gelaten, in de voorkamer].
Gepubliceerd op 01-01-2021
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: