Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voertaal

betekenis & definitie

v., taal waarin men gesprekken voert, inz. die bij het onderwijs en in officieel verkeer, ook wel die bij onderhandelingen gebruikt wordt.

VOERTUIG,

o. (-en), alg. naam voor een gestel op wielen of glijvlakken dat, getrokken of geduwd, dient en bepaaldelijk gebouwd is voor het brengen (voeren) van goederen of personen van de ene plaats naar de andere; wagen; — (fig.) middel tot overbrenging: de taal is het voertuig der gedachten’.

< >