Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vierschaar

betekenis & definitie

v. (...scharen) [eigenlijk een door vier' scharen, vier banken ingesloten ruimte, waarbinnen de rechters plaats namen], rechtbank; de vierschaar is gespannen, de rechters zijn gezeteld ; inz. fig. : de vierschaar bijeenroepen ; voor de vierschaar komen.

< >