Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Veulen

betekenis & definitie

I. o. (-s),

1. jong van een paard ; ook van een ezel, kameel enz. : een veulen, zijnde het jong ener jukdragende ezelin (Matth. 21 : 5);
2. (fig.) dartel, onbesuisd jong mensenkind, inz. meisje ;
3. zijden satijnweefsel waarin aan de gladde kant adertjes geperst zijn :
4. veulenbont;

II. bn., van veulen (3.) of veulenbont.

< >