Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vesta

betekenis & definitie

de Rom. godin van haard en haardvuur, van familieleven en huiselijk geluk, overeenkomend met de Gr. Hestia.

Zij werd in elk huis gemeenschappelijk met de penaten en laren vereerd, in haar tempel te Home brandde op het altaar het eeuwige vuur, dat volgens de sage door Aene'as uit Troje was medegebracht, en door zes in het wit geklede priesteressen, de Vestaalse maagden, bewaakt en onderhouden werd. Deze Vestaalse maagden (Vesta'les, vir'gines Vestae) waren aan strenge tucht onderworpen, maar genoten ook grote eer. Zij waren verplicht tot kuisheid ; bij overtreding werden ze levend begraven.

< >