Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verspringen

betekenis & definitie

(versprong, is en heeft versprongen).

1. springende van plaats veranderen : de schoot van het slot verspringt 1 cm;
2. op een ander tijdstip overgaan, op een andere dag vallen dan bij een vorige gelegenheid: het Paasfeest verspringt elk jaar ;
3. ten opzichte van elkaar niet in een gelijk vlak of niet in één lijn liggen ;
4. al springend ontwrichten: zijn voet verspringen ;
5. (hondensp.) (van een teef) gedekt worden door een reu van ander ras of een rasloze.
6. onbep. w. en zn. o., het springen om het verste: oefeningen in hoog- en verspringen.

< >