(versmachtte, is versmacht),
1. door gebrek aan hetgeen men nodig heeft of sterk begeert omkomen : van dorst, honger, liefde versmachten ; in verzwakte bet. ook : hevige dorst enz. hebben ; — ook abs.;
2. verkwijnen : in verdriet, in de gevangenis versmachten ;
3. (Zuidn.) verstikken.