(verschroeide, heeft en is verschroeid),
1. verzengen, door te grote hitte bederven, ten dele verkolen : het linnengoed bij het strijken verschroeien ; de zon verschroeit het koren : een verschroeiende hitte ; — (oneig.) een verschroeiende dorst, waardoor men zich droog en heet gevoelt; — de tactiek van de verschroeide aarde, de methode van, als men in de oorlog een gebied moet ontruimen, alles daarin te verwoesten, zodat de vijand er geen voordeel van kan hebben ;
2. zengen, verschroeid worden : de velden verschroeien ; zijn gezicht is geheel verschroeid van de zon.