Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vernederen

betekenis & definitie

(vernederde, heeft vernederd), in aanzien of vermogen verlagen, klein maken, krenken, oneer aandoen : iem. tot zijn slaaf vernederen : de hoge ogen vernedert Gij (Ps. 18 : 2S); — wederk.: hij vernederde zich zeer voor het aangezicht des Gods zijner vaderen (2 Kron. 33 : 12); wie zichzelf verhoogt, die zal vernederd worden (Matth. 23 : 12); — zich voor iem. vernederen, diens meerderheid erkennen.

< >