(vernederde, heeft vernederd), in aanzien of vermogen verlagen, klein maken, krenken, oneer aandoen : iem. tot zijn slaaf vernederen : de hoge ogen vernedert Gij (Ps. 18 : 2S); — wederk.: hij vernederde zich zeer voor het aangezicht des Gods zijner vaderen (2 Kron. 33 : 12); wie zichzelf verhoogt, die zal vernederd worden (Matth. 23 : 12); — zich voor iem. vernederen, diens meerderheid erkennen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk