Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vermaak

betekenis & definitie

o. (...maken),

1. genoegen, uitspanning, pleizier (abstr.): vermaak hebben, zoeken, vinden ; tot vermaak dienen; — (concr.) een bep. handeling van verlustiging : een onschuldig vermaak; de vermaken der jacht;
2. (gew.) afsluiting: houten omheining enz. om grasweiden.

< >