Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verloochenen

betekenis & definitie

(verloochende, heeft verloochend), als leugen verwerpen, inz. het gebonden-zijn aan, de betrekking tot het genoemde niet willen erkennen: wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods (Luc. 12 : 9); God verloochenen ; zijn vaderland verloochenen ; zijn afkomst verloochenen ; — (bij uitbr.) afzweren, verzaken: zijn geloof verloochenen; — (oneig.) zijn geboorte verloochenen, beneden zijn afkomst handelen ;

de natuur verloochenen, tegen de natuur handelen; — zich verloochenen, tegen zijn eigen gemoed handelen, ontrouw worden aan zijn eigen beginselen; (ook) onzelfzuchtig handelen, eigen verlangens onderdrukken ten bate van anderen ; ook met een zaak als subject: zijn aard, de natuur verloochent zich niet, komt altijd weer te voorschijn.

< >