(verkwanselde, heeft verkwanseld),
1. (veroud.) aan beuzelarijen uitgeven: zijn geld verkwanselen ;
2. op een knoeierige manier verruilen, kwijt raken of van de hand doen zonder op de waarde acht te geven : die jongens verkwanselen alles ; — op verachtelijke wijze tot voorwerp van handel maken: zijn talent verkwanselen; de N.S.B.-ers verkwanselden onze vrijheid.