(verkende, heeft verkend),
1. ter plaatse kennis (trachten te) verwerven van de gesteldheid van iets, de situatie opnemen: een land, een kust, een terrein verkennen; — de vijand, verkennen, trachten te ontdekken waar hij opgesteld is, hoe sterk hij is enz. : (zeew.) een schip verkennen, zijn grootte en hoedanigheid trachten op te nemen; (land) aanlopen na een zeereis ; — zich verkennen, hoogte nemen van zijn situatie ;
2. (Zuidn.) herkennen.