(vergaapte, heeft vergaapt),
1. te wijd, te ver gapen;
2. zich aan iets vergapen, er gapende, met grote verwondering naar blijven kijken, zonder het te begrijpen of te doorzien : zich aan de. schijn vergapen, aan de schijn blijven hangen en het wezenlijke niet zien;
3. gapende doorbrengen, slijten.