(vereenvoudigde, heeft en is vereenvoudigd),
1. eenvoudiger, minder ingewikkeld, gemakkelijker maken: dat vereenvoudigt de zaak; de vereenvoudigde spelling ; het bestuur, een berekening vereenvoudigen ; — een breuk vereenvoudigen, teller en noemer door hun grootste gemene deler delen;
2. eenvoudiger worden : het verkeer is zeer vereenvoudigd.