(verdunde, heeft en is verdund),
I. overg.,
1. dunner maken : een plank in het midden wat. verdunnen ; — inz. meer dun vloeibaar maken, met water enz. aanlengen : wijn verdunnen ; verf verdunnen, door er olie bij te mengen; een oplossing verdunnen, minder geconcentreerd maken door toevoeging van het oplosmiddel; — ijler maken: de lucht verdunnen;
2. (gew.. Zuidn.) (van gewassen die te dicht bij elkander zijn gezaaid, zodat ze elkanders groei belemmeren) hier en daar een plant uittrekken, dunnen: ik heb de penen, de sla, de uien verdund :
II. onoverg., dunner worden.