(verdoezelde, heeft en is verdoezeld),
1. doezelend doen verdwijnen, minder scherp maken, doen vervagen: zijn beginselen verdoezelen; je hoeft dat niet te verdoezelen, je kunt precies zeggen hoe het i
2. vaag worden : de grenzen tussen het al of niet geoorloofde zijn grotendeels verdoezeld.