(verbitterde, heeft en is verbitterd),
1.bitter maken (fig.), ontdoen van het aangename, vergallen : dat verbittert mij het leven; iemands genoegen verbitteren ; zich het leven verbitteren;
2. vergrammen, tot heftige vijand maken: iem. tegen zich verbitteren ; wees zijner stemme gehoorzaam en verbitter hem niet (Exod. 23 : 21);
3. bitter worden : de strijd verbitterde meer en meer (in deze zin ook wederk.).