Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Variëren

betekenis & definitie

(varieerde, is en heeft gevarieerd), ( Fr.),

1. (onoverg.) veranderen, wisselen, anders worden: een variërende stemming ; de benaming varieert; sterk variërende prijzen ; wind variërend van stormachtig tot orkaan; — (biol.) m. betr. t. organismen : veranderen, afwijken van het type, variatie vertonen : soorten die sterk en in alle richtingen gaan variëren;
2. (overg.) veranderen, wijzigen, enigszins doen afwijken van de gewone vorm : opgaven een weinig variëren ; — (muz.) (een thema) veranderen, wijzigen, bewerken, hetzij door versiering of door verandering van rhythme, doch zo, dat het herkenbaar blijft: het thema wordt hier eenmaal gevarieerd ; (oneig.) een motief dat Gerard David enige malen heeft geschilderd en dat door zijn school werd gevarieerd; — een spreuk, uitspraak enz. variëren, naar omstandigheden enigszins gewijzigd aanhalen ;
3. (onoverg.) (muz.) variaties maken, t.w. op een thema ; ook oneig.: op het thema had men eindeloos gevarieerd ;
4. (onoverg.) m. betr. t. meervoudige begrippen : van elkaar afwijken, onderling verschillen: van deze legende zijn ons enkele, lichtelijk variërende redacties overgeleverd.

< >