(zakte uit, is uitgezakt),
1. zakkende buiten iets komen : de endeldarm is uitgezakt, voor een deel buiten het lichaam gekomen; de baarmoeder zal uitzakken ; — uit het lood zakken : de muur is uitgezakt; uit zijn vorm zakken : een uitgezakt figuur;
2. zich ontmengen ; uit de olie zakken (van verfstof).