Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitwatering

betekenis & definitie

v. (-en)

1. het uitwateren; waterlozing;
2. plaats waar een polder uitwatert; — (zeew.) spuigat;
3. hoogte waarmee het opperdek van een beladen schip boven het water uitsteekt: de boot had slechts enige cm uitwatering, stak slechts enige cm boven het water uit.

< >