Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitvoerig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), omstandig, in bijzonderheden afdalend, alles vermeldend: een uitvoerig verslag; een uitvoerige kaart; iets uitvoerig melden, beschrijven, vertellen, bespreken; — uitgebreid; — (scherts.) een uitvoerig diner, met veel gerechten.

< >