Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitvegen

betekenis & definitie

(veegde uit, heeft uitgeveegd),

1. vegende verwijderen uit;
2. door vegen van stof en vuil reinigen : een kast, een gang, een schotel uitvegen; zijn ogen uitvegen, uitwrijven; — (fig.) iem. de mantel uitvegen, hem scherp doorhalen, berispen;
3. door vegen wegmaken, uitwissen : een woord uitvegen (op een schoolbord).

< >