Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitgroeien

betekenis & definitie

(groeide uit, is uitgegroeid),

1. groeiende groot worden, tot volle wasdom komen: die boom is flink uitgegroeid; de aardappels zijn nog niet uitgegroeid.
2. groeiende zich verspreiden: geraniums groeien erg uit;
3. groeiende buiten iets komen.

< >