Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitbuiten

betekenis & definitie

(buitte uit, heeft uitgebuit) (<Hd.),zoveel mogelijk voordeel (van iem. of iets) trachten te behalen; bep. meer dan geoorloofd of behoorlijk is (van iem.) vergen: zijn ondergeschikten uitbuiten; — een vergissing uitbuiten, er zoveel mogelijk voordeel van trekken.

< >