Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitblussen

betekenis & definitie

(bluste uit, heeft uitgeblust), geheel blussen, blussen zo dat het uit, uitgebrand is, doven; ook van kalk; (fig.) zijn leven (levenslicht) werd uitgeblust, hij stierf, of werd gedood; mijn toorn zal branden, en niet uitgeblust worden (Jer. 7:20).

< >