Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tussentijds

betekenis & definitie

bw., tussen twee vaststaande tijdstippen, niet op de gewone tijd: tussentijds' eet ik nooit; — bn., geschiedende tussen twee vastgestelde tijdstippen: tus'sentijdse verkiezingen, bijzondere verkiezingen tussen de algemene; tus'sentijdse aflossing.

< >