Gr. Tri'toon, zoon van Posei'don en Amphitri'te, woont in de zee en wordt voorgesteld van boven mens en van onder vis. Volgens Ovidius {Met. 1, 330 vgg.) rijdt hij blazende op een hoorn (bucina) over de zee om de onstuimige golven te bedaren.
Later is er sprake van vele tritons, lagere zeegoden onder Poseidon.