Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Trilhaar, trilhaartje

betekenis & definitie

o. (...haren), o. (-s), naam voor microscopisch fijne haartjes die rhythmisch trillende bewegingen maken, met behulp waarvan vele lagere organismen zich verplaatsen of een stroming in vloeistof of gas om een cel kan worden teweeggebracht: bij de zoogdieren vindt men trilhaartjes o.a. in de neusholte en in de luchtpijp.

< >