Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Trilapparaat

betekenis & definitie

o. (...raten), apparaat dat trillingen voortbrengt; in ’t bijz. (bouwk.) werktuig dat in zijn geheel, of waarvan een onderdeel op mechanische wijze in trilling wordt gebracht, welke trilling wordt overgebracht op een uit korrels bestaande bouwstof (grond, beton) om die korrels dichter op elkaar te doen sluiten.

< >