I. bn., overgaande; (taalk.) transitieve werkwoorden, die een werking betekenen welke door een zelfstandigheid wordt ondergaan, of waardoor een zelfstandigheid wordt voortgebracht, dus die een lijdend voorw. bij zich kunnen hebben;
II. zn. o. (...ven), transitief werkwoord.
TRANSITO (It.), o., doorgang, doorvoer (van handelswaren).
Gepubliceerd op 01-01-2021
Transitief
betekenis & definitie