I. m. (-en), (bouwk.) torenomgang; tinne; rand : — (fig.) hoog gelegen plaats, bep. het uitspansel: vgl. hemeltrans ; — hoogte : de hoogste trans van eer.
II. (Lat.), bw., aan gene zijde, over (in samenstellingen) : Transvaal, het over de Vaal gelegen land ; Transleithanië, land aan gene zijde der Leitha.