Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Toga

betekenis & definitie

(Lat.), v. (-´s), ruime tabbaard met wijde mouwen als ambtskleed van professoren, rechters, advocaten en predikanten; — lang zwart of rood kleed met nauwe mouwen en een rij kleine knoopjes van de hals tot aan de voeten, voor misdienaars en priesters, soutane,

< >