(Fr.), v. (-s, ook -n),
1. veelal theatraal of rhetorisch uitgesproken en omslachtig geheel van woorden, dat op het eerste gehoor indrukwekkend is, doch bij nadere ontleding zonder veel inhoud blijkt te zijn; holle phrase: die tirade tegen Freud aan het slot van zijn artikel moeten we maar schrappen; dat zijn maar tirades voor de galerij; een tirade over de noodzaak van spaarzaamheid;
2. (muz.) diatonische of chromatische toonreeks tussen twee enigszins van elkaar verwijderde intervallen, waarvan de tussenruimte daardoor ter versiering van de melodie wordt aangevuld.