Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tiendelig

betekenis & definitie

bn.,

1. uit tien delen bestaande: een tiendelig theeservies; een tiendelig vruchtbeginsel;
2. rekenende met eenheden, die telkens in tien kleinere verdeeld zijn; decimaal: het tiendelig stelsel; (rekenk.) tiendelige breuk, breuk waarvan de noemer een macht van tien is en aangegeven wordt door de plaats van de teller achter het decimaalteken : tiendelige getallen, decimale getallen.

< >